CCB Cementir Holding - Acheter du ciment, des granulats et du béton en Belgique

Terug naar nieuws

Compagnie des Ciments Belge (CCB) presenteert zijn strategisch decarbonisatieplan aan staatssecretaris Thomas Dermine

Op 25 april heeft de directie van CCB Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Herstel en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, ontvangen op zijn vestiging in Gaurain-Ramecroix.  CCB heeft een uitgebreid investeringsplan opgesteld ter ondersteuning van zijn decarbonisatiestrategie en dit bezoek was een gelegenheid om de Minister te sensibiliseren.  In de nabije toekomst zal CCB steun aanvragen voor de uitvoering van zijn decarbonisatiestrategie.

Compagnie des Ciments Belges (CCB) is een dochteronderneming van de groep Cementir. De onderneming beschikt over drie kalksteengroeves, een cementfabriek, twaalf betonfabrieken en heeft bijna 500 mensen in dienst.  De site van Gaurain-Ramecroix is een volledig geïntegreerde site vanaf de ontginning van de grondstof (calciumcarbonaat) tot het eindproduct, beton, via de productie van cement en steenslag. “Duurzame ontwikkeling staat bij ons centraal“, aldus Eddy Fostier, algemeen directeur van de site van Gaurain-Ramecroix, “het streven naar een evenwicht tussen economisch succes, milieubescherming en sociale verantwoordelijkheid maakt integraal deel uit van onze bedrijfscultuur. Daarom heeft CCB een uitgebreid investeringsplan gelanceerd om zijn industriële activiteit koolstofvrij te maken. Het doel is om tegen 2030 de CO2-uitstoot per ton cementequivalent met 39% te verminderen en tegen 2050 koolstofneutraal te worden.

Om bedrijven te helpen bij de decarbonisatie beschikken de Waalse regering en de federale staat over Europese fondsen, zoals het “Just Transition Fund”. CCB zal binnenkort zijn aanvraag indienen voor het verkrijgen van steun bij de uitvoering van zijn decarbonisatiestrategie. “Voordat we onze aanvraag indienen, willen we de Minister op de hoogte brengen van onze situatie en van onze intenties, want het is voor ons belangrijk dat de Minister een weloverwogen beslissing kan nemen met betrekking tot onze aanvraag“, legt de gedelegeerd bestuurder uit.

Bij de productie van klinkers komt CO2 vrij

De productie van klinkers is de basisstap in de vervaardiging van cement.

Kalksteen (CaCO3) wordt in een cementoven bij hoge temperatuur “gebrand” om kalk (CaO) te produceren, waarbij CO2 vrijkomt.  Deze emissies vertegenwoordigen 65% van de totale emissies van onze site. De CO2 die vrijkomt bij een chemische reactie kan niet worden geëlimineerd door de brandstof te veranderen, maar deels wel door de efficiëntie te verhogen. Om deze CO2 te verminderen, is het belangrijk dat de productieprocessen eerst worden aangepast en dat er vervolgens geïnvesteerd wordt in een afvang- en opslaginstallatie voor CO2 .

Een decarbonisatiestrategie in verscheidene fasen

We zullen inzetten op drie verschillende pijlers om onze CO2-uitstoot in eerste instantie drastisch te verminderen en uiteindelijk volledig te elimineren.

  1. Vermindering van de CO2-uitstoot per ton cementequivalent met 39%.
    • 29% vermindering van de klinkeremissie, door maximaal gebruik te maken van secundaire brandstoffen, alsook koolstofvrije materialen te gebruiken en door de verhouding klinker/cement te verminderen
    • Extra 10% reductie door overschakeling op aardgas (en biogas indien beschikbaar)
  2. Productie van groene, hernieuwbare elektriciteit (wind, zon, warmteterugwinning)
  3. Bouw van een koolstofafvanginstallatie

Deze drie fasen beginnen in 2024 en worden uiterlijk in 2032 voltooid. In totaal gaat het om een investering van enkele honderden miljoenen euro’s, vandaar de noodzaak om een beroep te doen op subsidies zoals het “Just Transition Fund” en de Europese fondsen voor innovatie die voor dit doel zijn voorzien.

Een strategie om de werkgelegenheid te stabiliseren

“Het koolstofvrij maken van onze industrie is essentieel voor de toekomst en zal de 500 banen op de site garanderen“, besluit dhr. Fostier. Bovendien zullen de koolstofafvangactiviteiten nieuwe banen creëren en ook een positief indirect effect hebben op de aannemers en onderaannemers die bij de bouw van de nieuwe installatie betrokken zullen zijn.  Het is de bedoeling om deze nieuwe eenheid in 2030 op te starten.

 

Vorige
Volgende